In tegenstelling tot vernis en verf hoort een olie-afwerking in het hout te zitten en niet er bovenop. Daarnaast heeft olie zuurstof nodig om af te kunnen binden en zo te kunnen drogen.

Olie is vooral zeer elastisch waardoor het het "werken" van het hout prima kan volgen en niet losscheurt. Gevolg van het feit dat olie een zacht product is is tevens dat als men olie óp het oppervlak aanbrengt dat dan heel snel allerlei beschadigingen (krassen) zichtbaar zullen worden door gebruik. Als de olie in het hout zit waar het hoort dan is het oppervlak daarentegen net zo hard als het hout zelf.

De werkwijze voor het aanbrengen van een olie-afwerking is dan ook als volgt (ongeacht merk en type van de olie):

De olie dun aanbrengen met kwast, roller of doek.

Ongeveer een half uur in laten trekken afhankelijk van temperatuur,
luchtvochtigheid, laagdikte en houtsoort. Plaatsen die in die tijd de olie
makkelijk opnemen direct nogmaals behandelen en met name kopse kanten,
knoesten, scheuren en dergelijk extra aandacht geven.

Het oppervlak afnemen met schone, droge lappen zodat er geen oliefilm op het
oppervlak achterblijft.

De lappen uitgespreid laten drogen om broei te voorkomen.

Eventueel volgende lagen na een dag wachten aanbrengen.

Zoveel lagen aanbrengen tot het hout niets meer opneemt en dus volledig verzadigd is (als het hout geen olie meer opneemt, kan het ook geen water meer opnemen en is de bescherming tegen rot compleet wat het doel van een olie-afwerking is).

Als er het oppervlak rimpelt oftewel niet glad opdroogt duidt dit erop dat er een oliefilm óp het oppervlak is achtergebleven. Er is dan onvoldoende, helemaal niet of te laat is afgenomen en/of uitgepoetst. Het hout is verzadigt en neemt de olie niet op. De top van de oliefilm die gevormd wordt zal wel in contact komen met zuurstof en na verloop van tijd wel droger worden maar sluit daarmee de olie die net onder de toplaag zit af waardoor die slechts heel moeizaam zuurstof op kan nemen en dus substantieel langer nodig zal hebben om te drogen.

Bij dikke oliefilmpjes zijn droog-tijden van enkele weken of zelfs maanden geen uitzondering. Daarnaast kan deze film kan gaan rimpelen en/of er stof in plakt waardoor een lelijk oppervlak ontstaat.

Het probleem is op te lossen door gewoon te wachten. Uiteindelijk droogt de olie vanzelf een keer alleen is niet te voorspellen hoe lang dat zal duren. Dit geldt met name voor schuurtjes en schuttingen.

Bij de tuinstoel voor dagelijks gebruikt kan de laag van het oppervlak verwijderd worden. Dit kan afhankelijk van de dikte en droging door het afnemen met terpentijnolie (dit lukt soms nog als de olie niet meer dan een dag is gedroogd). Lukt dat niet dan kan het afgeschraapt worden met een verfkrabber of met verfafbijt.

Na verwijderen van de overtollige olie het oppervlak één of enkele dagen laten drogen zodat de achtergebleven olie in het hout alsnog zuurstof op kan nemen en kan drogen. Vervolgens waar nodig schuren om het oppervlak glad te krijgen. Tenslotte een nieuwe toplaag aanbrengen en uiteraard dan wel goed uitpoetsen.

Doordat olie in het hout dringt maakt dit het hout altijd warmer / donkerder van kleur. Hoe sterk het kleurverschil zal zijn is afhankelijk van het absorberend vermogen van het betreffende stuk maar over het algemeen kan hiervoor een redelijke indicatie worden verkregen door het hout even nat te maken met water. Zoals aangegeven vergeeld Tungolie niet; het hout zelf kan onder invloed van licht echter wel verkleuren; daar verandert een olie-afwerking weinig aan.

De droogtijd van houtolie kan soms langer duren dan gedacht. Na het opbrengen van de houtolie dient bij gemiddelde omstandigheden ongeveer een half uur te worden gewacht met uitpoetsen/afnemen zodat de houtolie in het hout kan trekken.

De genoemde tijd van ongeveer een half uur is slechts een indicatie. De droogtijd is onder andere afhankelijk van temperatuur, luchtvochtigheid, laagdikte en houtsoort. Bij warm droog weer en wat wind kan een half uur wachten dus veel te lang zijn. En op een frisse voorjaarsdag de houtolie veel meer tijd nodig is om in te trekken waarmee dan dus wel een betere bescherming wordt bereikt. Het werken met houtolie onder de 5 graden raden we af.

Wanneer u de droogtijd nauwkeuriger wilt weten kan vooraf eerst even een klein stukje worden behandeld om te bepalen na hoeveel tijd de olie een filmpje begint te vormen. Verwerk vervolgens zodanig dat er voldoende tijd is om overtollige olie te verwijderen voordat aan een nieuw oppervlak wordt begonnen.

Wanneer de houtolie onvoldoende, niet of te laat wordt uitgepoetst/afgenomen en het hout verzadigd is komt er een oliefilm óp het oppervlak te liggen. De top van die oliefilm zal wel in contact komen met zuurstof en na verloop van tijd wel droger worden maar sluit daarmee de olie die net onder de toplaag zit af waardoor die slechts heel moeizaam zuurstof op kan nemen en dus substantieel langer nodig zal hebben om te drogen. Bij dikke oliefilmpjes zijn droogtijden van enkele weken of zelfs maanden geen uitzondering. Daarbij kan een dikke oliefilm gaan rimpelen en/of er stof in plakt waardoor een lelijk oppervlak ontstaat. Daarnaast kan er ook druppelvoering ontstaan aan de onderste rand van het oppervlak.

Houtolie en met name tungolie is lange tijd elastisch waardoor het de werking van het hout prima kan volgen en niet losscheurt. Na enkele jaren is onderhoud van houtolie noodzakelijk en zal opnieuw olie moeten worden aanbracht echter in een veel kleinere hoeveelheid omdat de houtporiën nog grotendeels zijn gevuld.

Het zwart worden kan verschillende oorzaken hebben. Hieronder treft u de meest voorkomende aan.

1. Vuil uit de lucht

In veel gevallen is het zwart worden het gevolgd van vuil uit de lucht dat zich af zet op het hout. Met name de horizontale vlakken (bovenzijde tafel bijvoorbeeld) worden dan het eerst zwart. Doordat geolied hout over het algemeen wat ruwer is dan hout dat voorzien is van een vernislaag blijft het vuil op geolied hout ook iets sneller achter waardoor dat dus ook sneller zwart zal worden. Grovere houtsoorten zoals bijvoorbeeld Eiken hebben hier uiteraard ook sneller last van dan hele dichte houtsoorten.

De oplossing voor dit probleem zal duidelijk zijn: gewoon schoonmaken. Dat gaat het beste met Lijnoliezeep. Niet alleen omdat Lijnoliezeep een zeer goede reiniger is maar ook omdat Lijnoliezeep de bestaande oliefilm niet aantast maar juist aanvult. Daardoor blijft de oliefilm langer in tact en heeft u dus minder onderhoud dan wanneer u met moderne schoonmaakmiddelen aan de slag gaat.

2. Langdurige water-belasting

In tegenstelling tot een vernislaag en ook in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt is een oliefilm niet geheel waterdicht. Een vernislaag is een soort afsluitende plastic zak terwijl u een oliefilm mag vergelijken met een moderne regenjas. Als het regent blijft het water buiten maar er kan wel vocht-transport door de laag heen plaatsvinden. Dat gaat prima als u de regenjas aan heeft en deze dus voor het grootste gedeelte verticaal is waardoor het water er snel vanaf kan lopen. Als u van hetzelfde materiaal echter een vijver maakt en die vol water zet zult u zien dat er op den door toch water door de regenjas heen sijpelt. En zo werkt het ook met een olie-afwerking. Als er maar lang genoeg water op blijft staan kan het voor komen dat er toch water in het hout terecht komt. Over het algemeen geen probleem want als het weer mooi weer wordt verdampt het ingedrongen water ook weer langzaam en lost het probleem zichzelf dus op. Als er echter te lang water onder de oliefilm blijft zitten, bijvoorbeeld omdat het erg lang slecht weer is, omdat de stoel op een vochtige plaats onder een boom staat of iets dergelijks, dan kan het zijn dat er ondanks een goede behandeling toch "het weer" in het hout komt. Het hout blijft op die plaats dan te lang nat en wordt langzaam aangetast. Ook hier geldt dat grove houtsoorten sneller last hebben van dit euvel omdat daar eenvoudigweg langer water in de poriën van het hout blijft staan dan bij compacte houtsoorten. Spinthout neemt veel makkelijker water op dan kernhout zodat spint ook sneller zal worden aangetast. Bovendien is dat vaak ook sneller zichtbaar omdat spint bij de meeste houtsoorten lichter van kleur is waardoor donkere vlekken extra snel opvallen.

Door het hout regelmatig te voorzien van een nieuw laagje olie houdt u de bescherming zo goed mogelijk in tact. Voor het overige kan het schelen om te zorgen dat het hout minder lang nat blijft (de stoel misschien stijl zetten als u hem niet gebruikt of niet onder de natte, donkere boom laten staan). Vaak kan reeds zwart geworden hout worden hersteld door:

Het oppervlak kaal te maken
- De kleur te herstellen met Oxaalzuur
- Het hout behandelen met een anti-schimmelproduct om de kans op herhaling te verkleinen
- Afwerken met olie


3. Te vroeg afgewerkt

Hout dat niet kunstmatig gedroogd is of onder vochtige omstandigheden wordt bewaard kan relatief veel water bevatten. Als dergelijk, te nat, hout wordt afgewerkt wordt het water in het hout opgesloten. Het hierboven genoemde regenjas-effect zorgt ervoor dat het vocht op den duur toch kan verdampen. Is de hoeveelheid vocht in het hout echter groot dan duurt het verdampen ook vrij lang en kan het vocht het hout aan tasten. Als vervolgens op zo'n vochtig afgewerkt stuk hout ook de zon nog eens lekker kan schijnen ontstaan onder de oliefilm een soort mini-broeikasjes waarin het vochtig én warm is en waar het dus voor schimmels goed toeven is zodat ze spontaan kunnen gaan groeien met zwarte verkleuring tot gevolg.

Zorg dat het hout voldoende droog is alvorens het af te werken en meet bij voorkeur het vochtigheidspercentage. Er zijn al eenvoudige vochtmeters te koop voor slechts een paar tientjes.



4. Reeds aanwezige schimmel-sporen in het hout

Bomen groeien in het bos en veel hout bevat dan ook van nature schimmelsporen. Als het hout goed wordt gedroogd en in een droge omgeving komt te wonen wordt er geen aantrekkelijk klimaat geschapen voor die sporen en blijven die gewoon slapen tot het moment dat de omstandigheden veranderen. Hoewel ze er dus wel zitten ziet of merkt u daar verder niets van. Als hout vochtig wordt ontstaat een gunstig klimaat voor de sporen en beginnen deze te groeien als schimmel. Het effect van de schimmels is dat er makkelijker water vast wordt gehouden waardoor het proces in gang gehouden wordt en het hout op den duur zal gaan rotten. Sommige stukken hout bevatten meer en actievere sporen dan andere. Zolang het hout keurig droog is zijn die echter niet te zien en is dus ook niet te voorspellen of de sporen zichtbaar zullen worden. Naast water blijkt in uitzonderlijke gevallen ook vochtige olie en zelfs vernis een aanvaardbare voedingsbodem voor sporen te zijn waardoor deze juist na het behandelen tot groei komen. De oorzaak ligt in dit geval dus gewoon in het specifieke stuk hout.

Dit probleem is helaas niet altijd op te lossen omdat het probleem in het hout zelf zit. In een deel van de gevallen helpt het om het hout voordat het voorzien wordt van een olie-afwerking eerst met een schimmeldodend middel te behandelen of om de olie te voorzien van een schimmeldodend middel. Wij kiezen er voor om dergelijke middelen niet in onze oliën op te nemen om deze zo natuurvriendelijk en veilig mogelijk in gebruik te houden.



5. Looizuur

Verschillende houtsoorten, waarvan Eiken wel de meest bekende is, bevatten Looizuur. Een chemische stof die met van alles en nog wat reageert. Daardoor verkleuren deze houtsoorten zodra ze in contact komen met water, ijzer en nog veel meer stoffen. Eiken is dus een van de houtsoorten die zeer gevoelig is voor verkleuring en doordat het ook nog relatief grof van structuur is is het ook nog eens extra gevoelig voor de hierboven genoemde andere redenen van verkleuring.

Ook hier geldt dat het probleem helaas niet altijd is op te lossen omdat de oorzaak in het hout zelf gelegen is.

Douglas is een naaldhoutsoort die op grote schaal in Europa wordt verbouwd en van nature al een goede duurzaamheid en sterkte heeft. Deze houtsoort mag zich verheugen in een sterk groeiende interesse en wordt dan ook steeds vaker gebruikt voor tuinmeubelen, schuttingen, tuinhuizen en dergelijke.

Douglas heeft van nature een enigszins roze tint. Het gebruik van Lijnolie-producten in tegenstelling tot Tungolie-produkten op deze houtsoort is dan ook minder aan te raden omdat door het vergelende effect van Lijnolie het hout soms erg gekleurd "uit de verf" kan komen. Ons advies voor het behandelen van Douglas voor buiten gebruik is dan ook als volgt:
- Eerste laag Verbeterde Houtolie verdund met circa 30% Terpentijnolie aanbrengen.
- Tweede laag Verbeterde Houtolie verdund met circa 10% Terpentijnolie aanbrengen.
- Volgende lagen Verbeterde Houtolie onverdund aanbrengen tot het hout volledig verzadigd is.

Verbeterde Houtolie geeft een licht glanzend oppervlak. Gaat uw voorkeur uit naar een volledig mat oppervlak dan kan het oppervlak worden afgewerkt met Hardwaxolie. Gaat uw voorkeur daarentegen naar een iets hogere glans of een iets betere weerbestendigheid dan wordt afgewerkt met Verbeterde Danish Oil

Het al dan niet verdunnen van de olie is geen exacte wetenschap maar werkt eenvoudig als volgt: Hoe sterker wordt verdund, hoe dieper de olie in zal dringen, hoe dikker de uiteindelijke oliefilm en dus hoe beter de uiteindelijke bescherming zal worden maar ook hoe meer lagen nodig zullen zijn om het hout volledig te verzadigen (wat het doel van een olie-afwerking is) en dus ook hoe meer werk en materiaal daarvoor benodigd is.

De algemene werkwijze voor alle lagen is als volgt:
- De olie dun aanbrengen met kwast, roller of doek
- Ongeveer een half uur in laten trekken. Plaatsen die in die tijd de olie makkelijk opnemen direct nogmaals behandelen en met name kopse kanten, knoesten, scheuren en dergelijk extra aandacht geven
- Het oppervlak afnemen met schone, droge lappen zodat er geen olie op het oppervlak achterblijft
- De lappen uitgespreid laten drogen om broei te voorkomen
- Eventueel volgende lagen na een dag wachten aanbrengen en zoveel lagen aanbrengen tot het hout niets meer opneemt en dus verzadigd is

Doordat olie in het hout dringt maakt dit het hout altijd warmer / donkerder van kleur. Hoe sterk het kleurverschil zal zijn is afhankelijk van het absorberend vermogen van het betreffende stuk maar over het algemeen kan hiervoor een redelijke indicatie worden verkregen door het hout even nat te maken met water. Zoals aangegeven vergeeld Tungolie niet; het hout zelf kan onder invloed van licht echter wel verkleuren; daar veranderd een olie-afwerking weinig aan. Op termijn zal Douglas bij buiten toepassing bruiner worden.

Omdat een olie-afwerking vooral in het hout zit in tegenstelling tot een beits of een vernis, is de toplaag van de olie relatief dun en wordt deze dus ook relatief snel afgebroken (waarmee de beschermende werking voor het hout niet verloren is gegaan omdat die in het hout zit). Als u het hout “nieuw” wilt houden dient die toplaag olie dus regelmatig te worden aangevuld. Hoe vaak dit dient te gebeuren is lastig vooraf te bepalen omdat dat sterk af hangt van de mate van belasting maar als de oorspronkelijke bescherming goed is aangebracht bestaat dit onderhoud uit niet meer dan schoonmaken van het oppervlak met bijvoorbeeld Lijnoliezeep en vervolgens eenvoudig afnemen met een in olie gedrenkte doek. Meerdere lagen aanbrengen is bij tijdig onderhoud normaliter niet nodig.

Zorg er voor dat het hout goed droog is alvorens u dit behandeld. Als hout met een te hoog vochtgehalte wordt afgewerkt kan dat zwarte verkleuring en uitslag tot gevolg hebben.

Tegenwoordig wordt er ook steeds meer eiken gebruikt voor het maken van tuinhuizen, pergola's en dergelijke. Eiken heeft soms van nature een enigszins roze zweem over zich en is ook onbehandeld zeer duurzaam.

Ons advies voor het behandelen van Eiken dat zwaar belast wordt (buiten gebruik, keukentafels, vloeren en dergelijke) is als volgt:
• Eerste laag Verbeterde Houtolie verdund met circa 30% Terpentijnolieaanbrengen of impregneerolie.
• Tweede laag Verbeterde Houtolie eventueel verdund met circa 10% Terpentijnolieaanbrengen.
• Volgende lagen Verbeterde Houtolie onverdund aanbrengen tot het hout volledig verzadigd is.
• Verbeterde Houtolie geeft een licht glanzend oppervlak. Gaat uw voorkeur uit naar een volledig mat oppervlak dan kan het oppervlak worden afgewerkt met Hardwaxolie. Gaat uw voorkeur daarentegen naar een iets hogere glans dan wordt afgewerkt met Verbeterde Danish Oil

Het al dan niet verdunnen van de olie is geen exacte wetenschap maar werkt eenvoudig als volgt: Hoe sterker wordt verdund, hoe dieper de olie in zal dringen, hoe dikker de uiteindelijke oliefilm en dus hoe beter de uiteindelijke bescherming zal worden maar ook hoe meer lagen nodig zullen zijn om het hout volledig te verzadigen (wat het doel van een olie-afwerking is) en dus ook hoe meer werk en materiaal daarvoor benodigd is.

De algemene werkwijze voor alle lagen is als volgt:
• De olie dun aanbrengen met kwast, roller of doek
• Ongeveer een half uur in laten trekken. Plaatsen die in die tijd de olie makkelijk opnemen direct nogmaals behandelen en met name kopse kanten, knoesten, scheuren en dergelijk extra aandacht geven
• Het oppervlak afnemen met schone, droge lappen zodat er geen olie op het oppervlak achterblijft
• De lappen uitgespreid laten drogen om broei te voorkomen
• Eventueel volgende lagen na een dag wachten aanbrengen en zoveel lagen aanbrengen tot het hout niets meer opneemt en dus verzadigd is

Doordat olie in het hout dringt maakt dit het hout altijd warmer/donkerder van kleur. Hoe sterk het kleurverschil zal zijn is afhankelijk van het absorberend vermogen van het betreffende stuk maar over het algemeen kan hiervoor een redelijke indicatie worden verkregen door het hout even nat te maken met water.
Zoals aangegeven vergeeld Tungolie niet, het hout zelf kan onder invloed van licht echter wel verkleuren, daar veranderd een olie-afwerking weinig aan.

Omdat een olie-afwerking vooral in het hout zit in tegenstelling tot een beits of een vernis, is de toplaag van de olie relatief dun en wordt deze dus ook relatief snel afgebroken (waarmee de beschermende werking voor het hout niet verloren is gegaan omdat die in het hout zit). Als u het hout “nieuw” wilt houden dient die toplaag olie dus regelmatig te worden aangevuld. Hoe vaak dit dient te gebeuren is lastig vooraf te bepalen omdat dat sterk af hangt van de mate van belasting maar als de oorspronkelijke bescherming goed is aangebracht bestaat dit onderhoud uit niet meer dan schoonmaken van het oppervlak met bijvoorbeeld Lijnoliezeep en vervolgens eenvoudig afnemen met een in olie gedrenkte doek. Meerdere lagen aanbrengen is bij tijdig onderhoud normaliter niet nodig.

Let op: Eiken bevat looizuur en bevat ook vaak van nature aanwezige schimmels en sporen die het hout zwart kunnen kleuren na het afwerken. Zorg er voor dat het hout goed droog is alvorens u dit behandeld.

Grenen en Vuren zijn de meest algemene houtsoorten die een breed aantal toepassingen kennen in zowel de bouw als de meubelmakerij. Deze lichte houtsoorten worden dan ook frequent met olie afgewerkt.

Ons advies voor het behandelen van Grenen en Vuren wat zwaar belast wordt (buiten gebruik, keukentafels, vloeren en dergelijke) is als volgt:
• Eerste laag Verbeterde Houtolie verdund met circa 30% Terpentijnolie aanbrengen.
• Tweede laag Verbeterde Houtolie verdund met circa 10% Terpentijnolie aanbrengen.
• Volgende lagen Verbeterde Houtolie onverdund aanbrengen tot het hout volledig verzadigd is.

Verbeterde Houtolie geeft een licht glanzend oppervlak. Gaat uw voorkeur uit naar een volledig mat oppervlak dan kan het oppervlak als laatste worden afgewerkt met Hardwaxolie. Gaat uw voorkeur daarentegen naar een iets hogere glans of wilt u het onderhoudsinterval iets verlengen dan wordt afgewerkt met Verbeterde Danish Oil

Het al dan niet verdunnen van de olie werkt eenvoudig als volgt: Hoe sterker wordt verdund, hoe dieper de olie in zal dringen, hoe dikker de uiteindelijke oliefilm en dus hoe beter de uiteindelijke bescherming zal worden maar ook hoe meer lagen nodig zullen zijn om het hout volledig te verzadigen (wat het doel van een olie-afwerking is) en dus ook hoe meer werk en materiaal daarvoor benodigd is.

Voor oppervlakken die slechts licht belast worden zoals bijvoorbeeld een televisiekast kan volstaan worden met 1 of 2 lagen van de gewenste afwerk-olie (Hardwaxolie, Verbeterde Houtolie of Verbeterde Danish Oil)

• De algemene werkwijze voor alle lagen is als volgt:
• De olie dun aanbrengen met kwast, roller of doek
• Ongeveer een half uur in laten trekken. Plaatsen die in die tijd de olie makkelijk opnemen direct nogmaals behandelen en met name kopse kanten, knoesten, scheuren en dergelijk extra aandacht geven
• Het oppervlak afnemen met schone, droge lappen zodat er geen olie op het oppervlak achterblijft
• De lappen uitgespreid laten drogen om broei te voorkomen
• Eventueel volgende lagen na een dag wachten aanbrengen en zoveel lagen aanbrengen tot het hout niets meer opneemt en dus verzadigd is

Doordat olie in het hout dringt maakt dit het hout altijd warmer / donkerder van kleur. Hoe sterk het kleurverschil zal zijn is afhankelijk van het absorberend vermogen van het betreffende stuk maar over het algemeen kan hiervoor een redelijke indicatie worden verkregen door het hout even nat te maken met water. Hoewel de hierboven genoemde oliesoorten niet verkleuren zal het hout zelf onder invloed van licht dat wel doen; daar veranderd een olie-afwerking weinig aan.

Omdat een olie-afwerking vooral in het hout zit in tegenstelling tot een beits of een vernis, is de toplaag van de olie relatief dun en wordt deze dus ook relatief snel afgebroken (waarmee de beschermende werking voor het hout niet verloren is gegaan omdat die in het hout zit). Als u het hout “nieuw” wilt houden dient die toplaag olie dus regelmatig te worden aangevuld. Hoe vaak dit dient te gebeuren is lastig vooraf te bepalen omdat dat sterk af hangt van de mate van belasting maar als de oorspronkelijke bescherming goed is aangebracht bestaat dit onderhoud uit niet meer dan schoonmaken van het oppervlak met bijvoorbeeld Lijnoliezeep en vervolgens eenvoudig afnemen met een in olie gedrenkte doek. Meerdere lagen aanbrengen is bij tijdig onderhoud normaliter niet nodig.

Let op: Grenen en vuren kunnen bij buitengebruik, ook bij correct afwerken in meer of mindere mate zwart worden. Zorg er voor dat het hout goed droog is alvorens u dit behandeld.

Suar is een mooie houtsoort die uitstekend geschikt is voor binnen-gebruik maar niet voor buiten.
Bij buiten toepassing wordt het hout erg snel zwart, ongeacht de gekozen afwerking
en vergt het erg veel onderhoud om het enigszins acceptabel te houden.

Voor lichte vloeren is het meest geschikt de Verbeterde Houtolie die je dan met circa 30% Terpentijnolie verdund. Let op dat op dit soort vloeren de overtollige olie zeer goed uitgepoetst dient te worden. Na behandeling kan de vloer het beste worden onderhouden met Lijnoliezeep omdat daarmee automatisch de oliefilm wordt aangevuld. De Verrijkte gekookte lijnolie is ook toepasbaar om granito mee te behandelen maar omdat daar lijnolie in zit maakt het het oppervlak wat geler. Daardoor is het met name geschikt voor donkergekleurde vloeren en is het minder geschikt voor lichte terrazzo en granito vloeren.

Verrijkte Gekookte Lijnolie is voor Belgisch hardsteen de beste keuze. Vervolgens onderhouden met lijnoliezeep zorgt er voor dat de oliefilm zo lang mogelijk stand houdt.

Een van de belangrijkste punten waar het vaak fout gaat is bij het maken van het plantgat. Deze dient 2 tot 2,5 maal zo diep te worden uitgegraven als de hoogte van het wortelgestel. Het plantgat dient ongeveer 15 tot 20 cm breder uitgegraven te worden dan het wortelgestel of de (groei-)kluit.
Als er een harde laag in de bodem zit, dan moet deze alsnog worden doorgespit. Dit is erg belangrijk. Als de harde laag blijft zitten staat de boom ’s winters te verdrinken.

Het belangrijkste is dat de wortels vaak niet door de harde laag heen kunnen groeien, waardoor de boom op latere leeftijd om kan vallen doordat de wortels niet diep genoeg kunnen groeien.

De entplaats (knobbel) aan de voet van de stam moet boven de grond blijven. Hierdoor ontstaan er geen wortels op het geënte hout. Voorkomen wordt dat de plant te sterk gaat groeien en niet meer draagt. Bij het planten de boompjes een beetje schudden zodat dat de aarde tussen de wortels valt. Hierna de grond goed aandrukken.

Appel- en perenbomen geven de eerste jaren geen vruchten. Hoogstambomen geeft goed vruchten bij een leeftijd van ongeveer 8-10 jaar. Halfstam een paar jaar eerder. Laagstambomen geven vruchten vanaf een leeftijd van 4-5 jaar. Sommige rassen dragen sneller vrucht dan anderen.
Veel fruitbomen hebben kruisbestuiving nodig. De bloemen worden bestoven dor andere rassen van de betreffende fruitsoort die rond dezelfde tijd bloemen. Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen vroeg, middel en laat en bloeiende rassen. Bestuiving vindt vooral door wind plaats. Daarnaast brengen bijen en ander insecten stuifmeel over. Als er tijdens de bloei nachtvorst optreedt, kunnen bloemen bevriezen
Daarnaast is het belangrijk om goede vruchten te krijgen dat de boom in goede conditie is. Daarvoor is ten eerste goede grond vereist. Bodem met een goede structuur kan de watervoorziening goed reguleren. Appel- en perenbomen hebben relatief weinig voedingsstoffen nodig, vaak zijn er voldoende voedingstoffen in de bodem aanwezig. Ook is het belangrijk de boom zorgvuldig te snoeien zodat deze vitaal blijft en niet vatbaar voor infecties.