Colofonium

Colophonium is een van de meest gebruikte natuurlijke harsen en kent dan ook veel toepassingen. De meeste Colophonium wordt gewonnen in de Verenigde Staten uit hars van de Pinus Australis maar daarnaast komen er ook serieuze hoeveelheden uit Frankrijk (van de Pinus Pinaster), Rusland en India.

Colofonium is de vaste stof die overblijft na het rectificeren van de hars van naaldbomen om daar Terpentijnolie uit te winnen en wordt in het Engels ook wel Rosin genoemd. Colofonium wordt onder andere gebruikt voor het maken van vernissen, voor huishoudzeep en voor het maken van siccatief en inkt.

Volgens de Amerikaanse methode worden er in de herfst "kamertjes" gemaakt in de bast van de betreffende boom waarboven vervolgens (na enige dagen) de bast wordt weggehaald en/of wordt voorzien van kanaaltjes die naar de "kamertjes" leiden. Vanaf maart tot ongeveer oktober loopt het sap van de boom in deze kamertjes waar het kan worden geoogst. Na de oogst wordt het verwarmd om eventueel aanwezig water te laten verdampen waarna het wordt gedestilleerd. Het vluchtige bestanddeel dat daarbij ontstaat is Terpentijnolie en de vaste stof die achterblijft is Colofonium. Een boom kan circa 5 tot 8 jaar "getapt"worden.

In Frankrijk maakt men eenvoudig een snede in de bast en vangt men het sap daaronder op. Eens per week wordt de snede ververst om te voorkomen dat er geen vers hars meer uit de boom vloeit en de oogst dus stil valt. De bomen worden hier slechts een jaar getapt en worden vervolgens 2 of 3 jaar met rust gelaten om te herstellen. Door deze werkwijze kan er van een boom circa 40 jaar geoogst worden waarna men deze dood laat bloeden door een heel aantal inkepingen tegelijk te maken om het laatste hars te kunnen winnen voor de boom wordt gekapt.

Kolophonium lost makkelijk op in alcohol en in olie. Het verweekt bij circa 75 graden en is volledig gesmolten bij 125 tot 135 graden Celsius.